Indexering alimentatie 2023

 

Jaarlijks wordt de hoogte van de kinder- en partneralimentatie geïndexeerd.
Voor 2023 is het indexeringspercentage vastgesteld op 3,4 procent.

Dit betreft dus het percentage waarmee de bedragen voor levensonderhoud met ingang van 1 januari 2023 worden verhoogd.
Zie ook Rijksoverheid

 

 

Werkwijzer Arbeidsmediation

De Werkwijzer Arbeidsmediation, de wAM, maakt duidelijk wat de verschillende betrokkenen in en om een arbeidsmediation van elkaar mogen verwachten.

Een zeer overzichtelijke en handige website!

Zie voor meer informatie hier

 

 

Indexering alimentatie 2022

Jaarlijks wordt de hoogte van de kinder- en partneralimentatie geïndexeerd.
Voor 2022 is het indexcijfer vastgesteld op 1,9 procent.

Dit betreft dus het percentage waarmee de bedragen voor levensonderhoud met ingang van 1 januari 2022 worden verhoogd.

Zie voor meer informatie hier

Geplaatst 28 november 2021

 

 

Update: De wet pensioenverdeling bij scheiding 2021 wordt 2022
Regels over de verdeling van pensioenen bij scheiding zullen niet eerder ingaan dan in 2022.

Op 25 januari 2021 staat een wetgevingsoverleg hierover gepland in de Tweede Kamer.

Wil je het volgen, klik dan hier.

Geplaatst 8 december 2020

 

 

Indexering alimentatie 2021

Jaarlijks wordt de hoogte van de kinder- en partneralimentatie geïndexeerd.
Voor 2021 is het indexcijfer vastgesteld op 3 procent.

Dit betreft dus het percentage waarmee de bedragen voor levensonderhoud met ingang van 1 januari 2021 worden verhoogd.

Zie voor meer informatie Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden

Geplaatst 29 oktober 2020

 

 

Erkenning en ouderlijk gezag

 

Ouders die niet getrouwd zijn en geen geregistreerd partnerschap hebben, krijgen niet automatisch allebei gezag over hun kind. In de regel heeft de moeder het eenhoofdig gezag en zal de vader het kind erkennen.

Volgens de wet bent u ouder van een kind, als u het heeft erkend. U heeft dan een juridische band. Hierdoor bent u verplicht om uw kind te onderhouden tot hij of zij 21 jaar is. Uw kind is uw erfgenaam. Maar door erkenning bent u niet de wettelijke vertegenwoordiger van uw kind. Dit bent u pas als u ook het gezag over uw kind hebt.

Gezag is door de wet geregeld. Het is de plicht en het recht om kinderen jonger dan 18 jaar te verzorgen en op te voeden. Daar vallen ook het nemen van beslissingen en het verrichten van officiële handelingen onder. Denk aan het inschrijven van uw kind op een school, het aanvragen van een paspoort of bankrekening en het toestemming geven voor een medische behandeling. Dit moet een ouder met het gezag of een voogd doen.

Bedenk ook dat mocht de moeder komen te overlijden en de vader geen gezag heeft, dat dan de rechter zal oordelen of de vader of iemand anders het gezag krijgt!

Hoe krijgt je nu ook het gezag over je kind? Daarvoor moet je het gezamenlijk gezag aanvragen. Dat kan ook digitaal.

Als de moeder niet instemt met de aanvraag, kan de vader het gezamenlijk gezag alleen verkrijgen via een procedure bij de rechtbank. Dat betreft dan een eenzijdig verzoek. De vader heeft daarvoor een advocaat nodig en die stelt een verzoekschrift op om het gezamenlijk gezag aan te vragen. Eenvoudig gesteld wijst de rechtbank het verzoek alleen af als er een kans aanwezig is dat het kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Dat gebeurt niet snel, want het is immers vaak in het belang van het kind dat beide ouders beslissingen kunnen nemen.

 

Wie betreft het?

CBS-cijfers tonen aan dat kinderen steeds vaker worden geboren bij ouders die niet gehuwd (of geregistreerd partner) zijn. Dat gold in 2014 en 2015 voor 44 procent van alle baby’s, en met 52 procent voor iets meer dan de helft van de eerstgeborenen. In 2015 betrof het 75.000 baby’s die zijn geboren bij ongehuwde ouders, hetgeen neerkomt op ruim vier op de tien baby’s.

De groep kinderen die wordt geboren buiten een formele relatie is de afgelopen decennia sterk groeiende. Daarnaast blijkt ook uit cijfers dat het merendeel van deze kinderen door de ongehuwde vader wordt erkend. Maar die erkenning wordt niet altijd gevolgd door de aanvrage van het gezamenlijk ouderlijk gezag.

Daarom hebben eind 2016 de Tweede Kamerleden Bergkamp en Van Wijngaarden een initiatiefvoorstel ingediend om Boek 1 BW te wijzigen in verband de directe koppeling van erkenning en gezamenlijk gezag voor ongehuwde en niet-geregistreerde partners. De bedoeling is dat door erkenning van rechtswege (dus automatisch) gezamenlijk gezag ontstaat. Op 17 september 2020 is er een nadere nota bij de Tweede Kamer ingediend. Het is nu afwachten wanneer kamerstuk 34605 wet wordt.

Als je dit wilt volgen, klik dan hier.

 

Geplaatst 20 september 2020

 

 

 

Co-ouderschap zit in de lift, aantal vechtscheidingen neemt af

 

Uit recent onderzoek door bureau Kantar is gebleken dat waar in 2010 nog in één op de vijf huwelijken de rechter de knoop moest doorhakken, dat in 2020 slechts geldt voor één op de zeventien scheidingen.
Oftewel het percentage ‘vechtscheidingen’ is daarmee gedaald naar zo’n 6%.

Goed nieuws voor al die kinderen die jaarlijks met een scheiding te maken krijgen!

De ex-partners beseffen steeds meer dat het in hun eigen belang én dat van hun kinderen is dat zij werken aan een duurzame relatie als ouder.

 

Co-ouderschap wordt langzamerhand de norm bij scheidingen. In 2010 werd in een kwart van de scheidingen co-ouderschap afgesproken, nu geldt dat voor ruim een derde (34%).

Opvallend is dat mannen meer uitgesproken voorstanders zijn van co-ouderschap (60% vs 40%), dat het contact met beide ouders gelijk moet worden gehouden (69% vs 57%) en dat dit in het belang van het kind is (49% vs 36%).

Geplaatst 17 september 2020

 

 

Hoofdlijnen concept wetsvoorstel inzake mediation bekend

 

Op 20 januari 2020 heeft Sander Dekker, Minister voor Rechtsbescherming, een brief gestuurd aan de voorzitter van de Tweede Kamer. In deze brief licht hij de hoofdlijnen van het wetsvoorstel, met als doel het vroegtijdig oplossen van geschillen, toe:

- Er komt een landelijk wettelijk register waarin mediators die voldoen aan de voorgeschreven kwaliteitseisen kunnen worden
   ingeschreven. Deze mediators krijgen de wettelijk beschermde titel '
beëdigd mediator' (vergelijkbaar met de huidige
  
MfN-registermediator)

- Deze beëdigde mediator krijgt een verschoningsrecht (partijen hoeven niet te vrezen dat de informatie uit de mediation verder
   verspreid raakt in geval de mediator moet voldoen aan zijn wettelijke getuigplicht)

 

Wil je de brief lezen, kijk dan hier.

Geplaatst 6 februari 2020

 

Wetsvoorstel met betrekking tot van rechtswege ontstaan van gezamenlijk gezag door erkenning

 

Momenteel ligt er een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer dat regelt dat door erkenning er van rechtswege gezamenlijk ouderlijk gezag ontstaat.
Achtergrond is dat als ouders niet gehuwd zijn en geen geregistreerd partner van elkaar zijn, dat het kind dat geboren wordt  dan alleen de moeder als juridische ouder heeft. Daarmee heeft de moeder een onderhoudsverplichting richting het kind en is het kind erfgenaam van de moeder. Door erkenning van het kind door de vader, wordt ook hij juridisch ouder. Maar pas door het gezamenlijk aanvragen van het gezag bij de rechtbank (kan ook digitaal) heeft deze erkenner ook ouderlijk gezag.
Omdat vele ouders na de erkenning niet het gezamenlijk ouderlijk gezag aanvragen, vinden de indieners van het wetsvoorstel dat het kind tekort wordt gedaan in vergelijking tot kinderen geboren tijdens huwelijk of geregistreerd partnerschap.

Vandaar het voorstel, dat regelt dat door erkenning van rechtswege gezamenlijk ouderlijk gezag ontstaat.

Let wel:
- er blijft een mogelijkheid om bij de erkenning aan te geven dat gezamenlijk gezag niet gewenst is en dat de moeder eenhoofdig gezag uitoefent;

- in geval de erkenning plaatsvindt op grond van vervangende toestemming van de rechtbank, dan ontstaat niet van rechtswege gezamenlijk ouderlijk gezag.

 

Wil je de stukken lezen, kijk dan hier.

Geplaatst 22 januari 2020.

 

 

De wet pensioenverdeling bij scheiding 2021

 

De wet pensioenverdeling bij scheiding waarbij conversie de standaard wordt in plaats van verevening, is weer een stapje dichterbij gekomen.

Het wetsvoorstel ligt inmiddels bij de Tweede Kamer en op 6 december 2019 heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met voorbereidend onderzoek haar verslag uitgebracht.

 

Geplaatst 31 december 2019

 

 

Nieuwe folder MfN-register

 

De Mediators Federatie Nederland heeft een folder uitgebracht waarin kort de voordelen van een MfN-registermediator worden benoemd. Lees hier de folder.
Geplaatst 31 december 2019

 

Indexering alimentatie 2020

 

De jaarlijkse indexering van de kinder- en de partneralimentatie is bekend.

Voor 2020 is het indexcijfer vastgesteld op 2,5 %.

Zie voor meer informatie De Staatscourant 2019, 58409

Geplaatst 31 oktober 2019

 

 

Minder partneralimentatie aftrekbaar vanaf 2020

 

Vanaf 2020 kunt u minder partneralimentatie aftrekken van de belasting. Vanaf 2023 kunt u nog 37,05% betaalde partneralimentatie aftrekken. Dit staat in het Belastingplan 2019.

 

Afbouw aftrektarief betaalde partneralimentatie

Jaar Aftrektarief

2020 46%

2021 43%

2022 40%

2023 37,05%

 

Bij de vaststelling van partneralimentatie wordt het voordeel van de belastingaftrek meegenomen. Betaalt u partneralimentatie en bedraagt uw belastbaar inkomen in box 1 meer dan circa € 68.500? Dan kunnen uw netto alimentatielasten vanaf 2020 flink stijgen, als de belastingaftrek van partneralimentatie geleidelijk verder wordt beperkt. Misschien is deze ontwikkeling een aanleiding om de berekening van uw partneralimentatie aan te passen. Bij een nieuw af te sluiten partneralimentatie is het zaak hier rekening mee te houden. Dit kan worden meegenomen in het echtscheidingsconvenant.

 

Let op, dat wanneer de partneralimentatie verandert, dit ook kan doorwerken in de hoogte van eventuele toeslagen. De huurtoeslag, de zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag worden vastgesteld op basis van uw (toetsings)inkomen en uw vermogen. Een wijziging van de partneralimentatie heeft vaak ook een aanpassing van het toeslagbedrag tot gevolg.

Kijk hiervoor op de site van de belastingdienst.

Geplaatst 30 september 2019

 

 

Partneralimentatie van 12 naar 5 jaar

Wet herziening partneralimentatie aangenomen door de Eerste Kamer

 

Op 21 mei 2019 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet herziening partneralimentatie.

Op 1 januari 2020 treedt deze wet in werking. De wet zal van toepassing zijn op verzoeken die op of na de inwerkingtreding van de wet worden ingediend en dus geen terugwerkende kracht kennen.

 

Wat verandert er?

Hoofdregel is dat de maximale termijn waarover partneralimentatie verschuldigd is, gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk tot een maximum van 5 jaar.

 

Er zijn drie uitzonderingen op deze regel:

1. Wanneer u gaat scheiden en de kinderen zijn jonger dan 12 jaar, dan eindigt de partneralimentatieverplichting niet eerder dan dat het jongste kind de 12-jarige leeftijd bereikt.

2. Wanneer het huwelijk op het moment van indiening van het verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank minimaal 15 jaar of langer heeft geduurd én de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaren jonger is dan de op dat moment toepasselijke AOW-leeftijd (nu: 57 jaar of ouder), geldt de verplichting tot betaling van partneralimentatie totdat de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd bereikt.

3. Wanneer het huwelijk op het moment van indiening van het verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank minimaal 15 jaar of langer heeft geduurd én de alimentatiegerechtigde  geboren is op of vóór 1 januari 1970 dan duurt de partneralimentatie maximaal 10 jaar.

 

Buiten deze uitzonderingen om kan men ook via een beroep op de hardheidsclausule aan de rechter een verlening van de alimentatieverplichting vragen (nieuw artikel 1:157 lid 7 BW).

Geplaatst 5 juni 2019.

Aangepast 30 september 2019.

 

Verandering op komst met betrekking tot de verdeling van het ouderdomspensioen bij scheiding

 

Naar aanleiding van de evaluatie Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps) is er een wetsvoorstel tot stand gekomen dat  tot 24 januari 2019 in consultatie fase zit. Het zogenaamde Wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding 2021 (Wetsvoorstel Wvp 2021).

In dit voorstel wordt  conversie de standaard pensioenverdeling.

Bij de verdeling van het pensioen door conversie wordt de helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen en de helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde partnerpensioen omgezet in een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen voor de tot verdeling gerechtigde echtgenoot.

 

Let wel: onder huwelijkse periode wordt ook geregistreerd partnerschap gerekend.

Afwijken van conversie blijft mogelijk.

De beoogde ingangsdatum van de wet is 1 januari 2021 en de wet geldt voor scheidingen vanaf de datum inwerkingtreding van de wet.

Klik hier voor meer informatie.

Geplaatst 30 december 2018

 

 

Behandeling in de Tweede Kamer van de Wet herziening partneralimentatie

 

Op 11 december 2018 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel  Wet herziening partneralimentatie.

In het kort komt het op het volgende neer:

 

Hoofdregel is dat de alimentatie gelijk is aan de helft van het aantal huwelijksjaren met een maximum van 5 jaar

 

Uitzonderingen zijn:

- bij de zorg voor kinderen tot 12 jaar, duurt de alimentatie maximaal 12 jaar (dus tot het jongste kind 12 jaar is)

- huwelijken langer dan 15 jaar, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd, wordt de duur van de partneralimentatie verlengd tot maximaal 10 jaar

- alimentatiegerechtigden die op of voor 1 januari 1970 zijn geboren en die langer dan 15 jaar zijn getrouwd, hebben recht op maximaal 10 jaar alimentatie

Deze laatste uitzondering is een afbouwregeling voor alimentatiegerechtigden die op het moment van inwerkingtreding van de wet, vermoedelijk 1 januari 2020, 50 jaar of ouder zijn.

- de wet voorziet in een hardheidsclausule

Let wel: in tegenstelling tot een eerder voorstel eindigt de alimentatie niet bij het bereiken van de AOW leeftijd door de alimentatieplichtige. Ook kunnen er bij huwelijkse voorwaarden geen afspraken over partneralimentatie worden gemaakt. Verder blijft de indexatie mogelijkheid gehandhaafd.

 

Nieuw is dat bij de alimentatiebeschikkingen de berekeningen van de behoefte en draagkracht moeten worden toegevoegd.

 

Het wetsvoorstel gaat ligt nu bij de Eerste Kamer.

Het voorbereidend onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) vindt plaats op 29 januari 2019.

Meer informatie vind je hier.

Geplaatst 30 december 2018

 

 

Indexering alimentatie 2019

Jaarlijks wordt de hoogte van de kinder- en partneralimentatie geïndexeerd.
Voor 2019 is het indexcijfer vastgesteld op 2 procent.

Zie voor meer informatie De Staatscourant Nr. 60162

Geplaatst 11 november 2018

 

 

 

Tweede nota van wijzigingen op de Wet herziening partneralimentatie

 

Op 11 juni 2018 heeft de Tweede Kamer een nota ontvangen met wijzigingen op de Wet herziening partneralimentatie.

In het kort komt het erop neer dat de maximale termijn wordt verlaagd van 12 naar 5 jaar met twee uitzonderingen.

Hieronder staat dit voorstel, dat nu in behandeling is bij de Tweede kamer, omschreven:

 

Dit initiatiefvoorstel van de Tweede kamerleden Van Oosten (VVD) , Kuiken (PvdA) en Groothuizen (D66) beperkt de duur van de partneralimentatie. Hiermee wordt de duur van de partneralimentatie de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Daarop zijn twee wettelijke uitzonderingen: langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen.

 

Met dit voorstel worden bij huwelijken langer dan 15 jaar, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd, de duur van de partneralimentatie maximaal 10 jaar. Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal 12 jaar.

 

De alimentatieplicht eindigt als de onderhoudsplichtige gewezen echtgenoot de AOW-leeftijd heeft bereikt. In het voorstel is een hardheidsclausule voor schrijnende gevallen opgenomen en is voorzien in overgangsrecht.

 

Als u het verloop van deze wet gevolgd heeft, dan ziet u dat er een ingrijpende verandering heeft plaatsgevonden ten opzichte van het oorspronkelijke wetsontwerp. De voortdurende solidariteit, de berekeningssystematiek en de nietigheid van een beding tot uitsluiting van partneralimentatie blijven alle drie bestaan. Alleen de verkorting van de duur (van 12 naar 5 jaar) wordt doorgevoerd.

Geplaatst 17 juni 2018

 

 

Indexering alimentatie 2018

Jaarlijks wordt de hoogte van de kinder- en partneralimentatie geïndexeerd.
Voor 2018 is het indexcijfer vastgesteld op 1,5 procent.

Zie voor meer informatie De Staatscourant Nr. 62707

 

 

Mediation en Regeerakkoord 2017-2021

 

Het regeerakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is gepresenteerd.
Onder het kopje Rechtspraak staat te lezen dat de mogelijkheid onderzocht wordt om buitengerechtelijke geschillenbeslechting zoals mediation, uit te breiden.
Het zou voor de burger fijn zijn als er vaker een beroep op mediation wordt gedaan en dat er eindelijk meer duidelijkheid komt over mediation.
Het wordt toegepast, de rechter verwijst ernaar, maar welke mediator moet de burger kiezen?
Dat de rechter alleen verwijst naar een MfN-registermediator is voor de leek vaak niet duidelijk.
Een wettelijke basis, bijvoorbeeld door een Wet bevordering mediation, zou hier een einde aan kunnen maken en eindelijk eens voor duidelijkheid kunnen zorgen. Daar zijn alle partijen die een einde aan hun geschil willen maken bij gebaat.
Mediation is net als arbitrage een vorm van ADR (Alternative Dispute Resolution). Onderscheid is dat bij arbitrage de arbiter de uitkomst bepaalt en bij mediation partijen zelf de volle autonomie over de oplossing van hun conflict behouden. Let wel, mocht de mediation niet slagen, dan staat altijd de weg naar de rechter nog open.
Meer informatie over mediation is te vinden op mijn site.

Geplaatst 12 oktober 2017

 

 

Historie van de echtscheiding in Nederland

 

Vandaag, de tweede vrijdag in september, is het de Dag van de Scheiding.

De eerste scheiding in Nederland werd op 15 september 1796 ingeschreven en wel in Maastricht dat toen onder de Franse wetgeving viel. Immers op 20 september 1792 werd door de Franse Assemblée Nationale de wet op de echtscheiding vastgesteld. Deze uiterst liberale regeling maakte echtscheiding mogelijk door wederzijdse instemming, of simpelweg op grond van de bewering van onverenigbaarheid van karakter door één der echtgenoten. Echtscheiding hoefde niet uitgesproken te worden door een rechter, maar kon simpelweg worden geregistreerd door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Omdat in 1794 Maastricht en heel het omliggende gebied door de Franse Republiek was veroverd, en het gebied per 1 oktober 1795 door Frankrijk werd geannexeerd, werd ook hier de wet op de echtscheiding op 12 juli 1796 afgekondigd.

Het eerste echtpaar dat van de nieuwe mogelijkheid gebruik maakte was Wilhelmus Meers en Agatha Lenaerts, die op 26 november 1775 in de Sint-Jacobskerk te Maastricht waren getrouwd. Na verloop van jaren was de onenigheid tussen de echtelieden toegenomen en op 19 september 1794 sprak de kerkelijke rechter scheiding van tafel, bed en samenwoning uit. Twee jaar later maakte het echtpaar - mevrouw althans, want meneer kwam niet opdagen - gebruik van de nieuwe mogelijkheid tot echtscheiding die de Franse wetgeving bood. Jean-Abraham Mamin, ambtenaar van de burgerlijke stand van Maastricht, schreef op 29 Fructidor van het jaar 4 (15 september 1796) hun scheidingsakte in, die daarmee de eerste echtscheiding in Nederland is. Met de Code Napoléon van 1804 werd de ruime mogelijkheid tot echtscheiding alweer teruggedraaid. In het Burgerlijk Wetboek van 1838 werden vier gronden omschreven: overspel, curatele op grond van verkwisting, veroordeling tot gevangenisstraf wegens misdrijf van vier jaar of meer, en mishandeling. Als geen van deze gronden aanwezig was, was er geen mogelijkheid tot echtscheiding. Wilde men toch scheiden, dan moest er een rechtsgeldige grond worden gecreëerd. Meestal koos men dan voor overspel, omdat de andere drie gronden problematisch konden worden. De één beschuldigde de ander van overspel, waarbij soms een derde persoon betrokken moest worden om een buitenechtelijke relatie voor de rechter aannemelijk te maken. Overspel hoefde niet langer bewezen te worden dankzij een arrest van de Hoge Raad uit 1883. Een bekentenis was voldoende. Hiermee legde het de basis voor de ‘grote leugen’: een echtscheiding aanvragen door overspel te bekennen, terwijl er in werkelijkheid geen sprake van was geweest. Het werd zo toch mogelijk om te scheiden als een van de echtgenoten de schuld op zich nam. Pas in 1971 werd de huidige grond voor echtscheiding, duurzame ontwrichting van het huwelijk, in de wet opgenomen. Dus na 175 jaar weer terug bij de liberale gedachten uit de achttiende eeuw.

Geplaatst op 8 september 2017 (met dank aan o.a. Wikipedia)

 

 

Pilot hoorrecht voor minderjarigen vanaf 8 jaar

Met ingang van 1 juni 2017 is de rechtbank Amsterdam gestart met een pilot waarbij minderjarige kinderen vanaf 8 jaar in een aantal specifieke zaken de gelegenheid krijgen om met de kinderrechter te spreken.

 

In Nederland is het nu zo dat  in familiezaken waarin een minderjarige van 12 jaar of ouder is betrokken, de rechter niet eerder kan beslissen dan nadat de minderjarige in de gelegenheid is gesteld zijn (haar) mening kenbaar te maken (809 Rv) . Het betreft geen hoorplicht, maar een hoorrecht van kinderen vanaf 12 jaar. De laatste jaren wordt de stem van het kind jonger dan 12 in toenemende mate van belang geacht. De Staatscommissie Herijking ouderschap heeft (onlangs) geadviseerd dat kinderen vanaf 8 jaar actief in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord in procedures rond afstamming en gezag. Kinderen vanaf 8 jaar zouden tevens toestemming moeten geven voor het aanvaarden van ouderschap en voor het tot stand brengen van gezamenlijk ouderlijk gezag. Het voorstel van de Staatscommissie om de leeftijdsgrens voor het hoorrecht te verlagen naar 8 jaar wordt gezien als een eerste, maar (te) voorzichtige, stap in de goede richting. Vrij algemeen wordt gepleit voor het afschaffen van een leeftijdsgrens voor het horen van kinderen in procedures die hen aangaan. Met inachtneming van de rijpheid van het individuele kind zouden minderjarigen altijd in de gelegenheid moeten worden gesteld om te worden gehoord. Wel wordt het daarbij van belang geacht dat er meer aandacht is voor de voorbereiding van het kind en zijn of haar gezin op het kindgesprek en voor de uitleg van een daarop volgende beslissing. Er zou meer werk moeten worden gemaakt van deskundigheid op dit terrein bij de rechterlijke macht en moeten worden geïnvesteerd in een veilige gespreksomgeving.

Loopt Nederland hierin voorop? Nee, immers in Duitsland worden kinderen vanaf 5 jaar al gehoord....

Geplaatst 10 augustus 2017

 

 

 

Win kostbare tijd door je conflict te beëindigen. Kies voor mediation!

 

Vrijwel iedereen heeft weleens een conflict. Dat kan zijn op het werk, op school, binnen een team, een relatie, als buren en noem maar op.

Maar is dit niet zonde van onze tijd? Tijd die wij eigenlijk veel beter willen besteden aan een prettiger leven? Lekker ontspannen van de vakantie genieten? Immers een conflict leidt ertoe dat wij aandacht, interesses en emoties verspillen. Het conflict gaat ons lichaam en onze geest beheersen. En dat terwijl wij ons vaak wel realiseren dat wij sterfelijk zijn en dus beperkt in onze tijd zitten.

Kies daarom bewust voor je vrijheid om je tijd op de door jouw gewenste wijze te besteden. Maak een einde aan het geschil. Lees  meer over mediation op deze site en neem desgewenst contact met mij op.

Geplaatst 4 juli 2017

 

 

 

Nieuw fatsoensartikel, artikel 151 d,  in Gemeentewet

 

Vanaf 1 juli 2017 treedt een nieuw artikel in werking waarmee de burgemeester in extreme gevallen in het algemeen belang een gedragsafspraak kan opleggen aan onfatsoenlijke huiseigenaren. Dit in verband met de aanpak van woonoverlast.
Klik voor meer informatie op woonoverlast.

Geplaatst 5 juni 2017

 

 

 

Einde aan de wettelijke gemeenschap van goederen, ingaand op 1 januari 2018

 

Op 28 maart 2017 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het initiatiefwetsvoorstel tot beperking van de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen.

Huwelijken die onder het nieuwe regime gesloten worden kennen daardoor een beperkte gemeenschap van goederen.

Kort gezegd blijft het vermogen (en schulden) van vóór het huwelijk privébezit, en alles wat binnen het huwelijk wordt opgebouwd wordt gedeeld. Ook tijdens het huwelijk verkregen nalatenschappen en schenkingen blijven privé.

Voor meer informatie lees het stukje van Eelco Anink.

Door het maken van huwelijkse voorwaarden is ook van het nieuwe regime af te wijken. Net zoals dat nu geldt voor het afwijken van de wettelijke gemeenschap van goederen.

Met dit voorstel komt een einde aan de wereldwijde uitzonderingspositie die Nederland op dit gebied van het huwelijksrecht inneemt.

Geplaatst 6 april 2017, aangepast 5 juni 2017

 

 

 

Voorstel tot Wet herziening partneralimentatie, nota van wijziging 14 maart 2017

 

Op 14 maart 2017 hebben de initiatiefnemers tot herziening van de partneralimentatie hun oorspronkelijke voorstel van wet gewijzigd en met deze nota van wijziging ingediend bij de Tweede Kamer.

 

De nieuwe grondslag, compensatie voor gedurende het huwelijk ontstane verlies aan verdiencapaciteit als gevolg van de tijdens het huwelijk gemaakte keuzes, is komen te vervallen. Het blijft bij de oorspronkelijke grondslag van voortdurende solidariteit.

Zo blijft ook de indexatie in principe van kracht.

De in de wet geregelde nietigheid van een beding tot uitsluiting van partneralimentatie (bijvoorbeeld bij huwelijkse voorwaarden), blijft gehandhaafd. De contractsvrijheid is daarmee komen te vervallen.

 

Wat wel wordt aangepast is de maximale duur van de alimentatie.

De duur is in principe gelijk aan de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar.

Hierop zijn twee uitzonderingen:
1. bij een huwelijk dat langer dan 15 jaar heeft geduurd en een termijn tot aan de pensioenleeftijd van de alimentatiegerechtigde is
    korter dan 10 jaar, dan eindigt de alimentatie pas bij het bereiken van de AOW leeftijd

2. de 5 jaarstermijn eindigt pas als het jongste kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt

Ook nieuw is dat de alimentatie in principe altijd eindigt als de alimentatieplichtige de AOW leeftijd heeft bereikt.

NB er kan beroep worden gedaan op een hardheidsclausule.

 

Nieuw is ook dat men bij de definitie van behoefte aansluit bij de zogenaamde Hofformule.

De Hofnorm houdt in dat de behoefte 60% van het netto gezinsinkomen minus de kosten van de kinderen bedraagt. Deze 60% staat dan voor de behoefte van de alimentatie verzoeker. Let wel men kijkt naar wat de alimentatie verzoeker zelf kan betalen en naar de draagkracht van de alimentatieplichtige.

 

Ook nieuw is dat nu in de wet wordt opgenomen wat in de praktijk al vaak in het echtscheidingsconvenant wordt gedaan.

Namelijk als de alimentatiegerechtigde schriftelijk de alimentatieplichtige in kennis stelt dat  er een voornemen is te gaan samenwonen en aangeeft wanneer de samenleving gaat beginnen, dat dan als de samenleving binnen een periode van 6 maanden eindigt, de alimentatie verplichting herleeft. Let wel, de looptijd van de alimentatie wordt hierdoor niet verlengd. En samenleving van twee of meer perioden met dezelfde persoon gelden als één periode van samenleving.

Geplaatst 27 maart 2017

 

 

 

Wijzigingen op komst op het gebied van de gesubsidieerde rechtsbijstand

 

Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie heeft met de vaste kamercommissie voor Veiligheid en Justitie op 8 september 2016 uitgebreid gesproken over de 'Herijking van de rechtsbijstand'.
Het lijkt erop dat er voor partijen met echtscheidingsperikelen, die in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand willen komen, er eerst een verplicht oriënteringsgesprek bij Het Juridisch Loket gaat plaatsvinden. Dit om de rechthebbenden zo vroeg mogelijk te informeren zodat het juiste traject wordt gevolgd.
Daarnaast gaat de eigen woning meetellen voor de vermogenstoets. Dit kan leiden tot een terugbetalingsverplichting als er toch een toevoeging wordt afgegeven.

Ook zal worden gekeken naar het gezinsinkomen en niet meer dat van partijen afzonderlijk.
Voorts zal de Raad voor Rechtsbijstand de eigen bijdrage gaan innen.

De bedoeling is dat een en ander nog dit jaar als wetsvoorstel zal worden ingediend, waarna in 2017 behandeling in de Kamer zal volgen.

Geplaatst 14 december 2016

 

 

Vervolg op de wet herziening partneralimentatie

Op 11 oktober 2016 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, belast met het voorbereidend onderzoek naar dit voorstel van wet, verslag uitgebracht. De meningen zijn, zoals te verwachten, nogal verdeeld. Wel is duidelijk geworden dat wanneer de initiatiefnemers de door de commissie gestelde vragen en opmerkingen voldoende beantwoorden, het wetsvoorstel in een openbare behandeling kan worden ingebracht.
Klik hier voor het volledige verslag.

Geplaatst 14 december 2016

 

 

Indexering alimentatie 2017

Jaarlijks wordt de hoogte van de kinder- en partneralimentatie geïndexeerd.
Voor 2017 is het indexcijfer vastgesteld op 2,1 procent.

Zie voor meer informatie De Staatscourant 2016, 58505.

 

 

Reactie MfN op conceptwetsvoorstel Wet bevordering mediation

 

Op 26 september 2016 heeft de Mediatorsfederatie Nederland een reactie ingediend op het wetsontwerp Wet Bevordering Mediation. De Mediatorsfederatie vertegenwoordigt het mediationberoep van vrijwel alle grote mediators verenigingen in Nederland.

Eén van de opmerkingen van de Federatie is dat het wetsontwerp nog niet dwingend genoeg is om mediation in Nederland echt van de grond te krijgen.

Zie voor meer informatie op de website van de MfN.

 

Geplaatst op 5 oktober 2016

 

 

Reactie van de initiatiefnemers op het advies van de Raad van State inzake de Wet herziening partneralimentatie

 

Het advies van de Raad van State is hiermee openbaar gemaakt.

Kort samengevat zegt de Raad van State dat de initiatiefnemers veel te optimistisch zijn met hun beeld dat man en vrouw in de maatschappij gelijke rollen vervullen en een gelijkwaardige maatschappelijke carrière ontwikkelen als er kinderen komen in een huwelijk. De Raad van State concludeert dat de situatie die de initiatiefnemers schetsen ver verwijderd is van de huidige maatschappelijke realiteit.

Ook met betrekking tot de nieuwe grondslag voor de partneralimentatie, het verlies van verdiencapaciteit van voor het huwelijk, alsmede de limitering van de duur van de partneralimentatie veegt de Raad van State de vloer aan. De Raad van State adviseert dan ook de berekeningssystematiek op basis van verdiencapaciteit en de wijze van limitering te heroverwegen.

Als laatste punt noem ik nog dat de Raad van State partijen niet in staat acht voorafgaand aan het huwelijk al te kunnen inschatten of men bij eventuele beëindiging van het huwelijk anders dan door de dood, aanspraak wil maken op partneralimentatie. Deze contractsvrijheid (die nu ook niet bestaat) wil de Raad van State geschrapt zien.

 

In reactie op het advies stellen de initiatiefnemers dat zij blijven bij de grondslag van verlies van verdiencapaciteit, omdat terugkeer op de arbeidsmarkt uitgangspunt moet zijn. Zij vinden dit beter passen bij de moderne maatschappij waarbij man en vrouw gelijkwaardig zijn. Zij achten de aanwezige hardheidsclausules voldoende om eventueel leed op te vangen en streven met hun wetsvoorstel het betreden van de arbeidsmarkt te stimuleren voor alle betrokkenen.

 

Wordt vervolgd.

Geplaatst 27 september 2016

 

 

Kabinetsreactie op het rapport 'Herijking rechtsbijstand'

 

Op 31 mei 2016 heeft minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie, een kabinets reactie naar de Tweede Kamer gestuurd op het rapport Herijking rechtsbijstand. Als de inhoud wet wordt, gaan voor de ontvanger van gesubsidieerde rechtsbijstand onder meer de volgende zaken veranderen:

 

• de inning van de eigen bijdrage wordt uitgevoerd door de Raad voor Rechtsbijstand en niet meer door de mediator zelf;

• de eigen woning (dus ook als deze niet wordt verkocht) gaat meetellen in de vermogenstoets;

• er wordt gekeken naar het gezinsinkomen en niet meer naar de individuele inkomens van de partijen, dit omdat men scheiden een gezamenlijke verantwoording vindt van de partners die uit elkaar gaan.

Geplaatst 29 juni 2016

 

 

Tweede kamer neemt initiatief wet over wettelijke beperkte gemeenschap van goederen aan

 

Op 19 april heeft de Tweede kamer gestemd over het initiatief wetsvoorstel gedateerd 11 juli 2014 van de leden Swinkels, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet teneinde de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken.

Het voorstel is aangenomen.

De strekking van het wetsvoorstel is als volgt:

Een beperkte gemeenschap van goederen wordt de nieuwe standaard van het huwelijksvermogensstelsel. Enkel hetgeen de beide echtelieden gedurende het huwelijk hebben opgebouwd zal standaard in de gemeenschap vallen. Het voorhuwelijks vermogen, giften en erfenissen blijven voortaan privévermogen. Daarmee springt het wetsvoorstel in op een veranderende sociale werkelijkheid en sluit het wettelijk stelsel aan bij hetgeen – naar het oordeel van de initiatiefnemers – de meerderheid van de bevolking als wenselijk beschouwt en internationaal bezien meer gangbaar is. Wie niet wil administreren, hoeft dat niet te doen: het bewijsvermoeden voor de toewijzing van de goederen aan de gemeenschap springt dan in.

Verder regelt het wetsvoorstel het verhaal van privéschuldeisers op gemeenschapsgoederen en de mate waarin ondernemingsvermogen van één van de echtgenoten in de gemeenschap valt. Tot slot wordt de interne draagplicht ter zake van schulden bij ontbinding van de gemeenschap aangepast, alsmede wordt het recht op terugneming bij faillissement van een van beide echtgenoten nader geregeld.

 

Als deze regeling wet wordt, sluit Nederland op dit gebied eindelijk aan bij de rest van de wereld. De regeling uit 1838 wordt aangepast na een eerdere poging in 2003. Ook uit mijn eigen praktijk blijkt dat echtelieden vaak het voor huwelijkse vermogen helemaal niet willen verdelen bij een echtscheiding. Nu krijgt die regeling straks een wettelijke basis.

Zie verder de Memorie van Toelichting.

Geplaatst 25 april 2016

 

 

Raad van State heeft inmiddels een advies vastgesteld aangaande de nieuwe partneralimentatie wetgeving

 

In week 16 heeft de Raad van State een advies vastgesteld met betrekking tot het wetsvoorstel wijziging partneralimentatie.

Het advies is nog niet openbaar.

Geplaatst op 25 april 2016

 

 

Nieuw boek om kinderen te helpen bij een scheiding

 

De arts Marnix Hoppener heeft in de reeks Johnny Joker een nieuw boek geschreven.

In het boek voor kinderen tot ongeveer 8 jaar staan naast de verhaallijn vragen die een gesprek met het kind op gang kunnen brengen. De bedoeling van het boek is immers dat het kind gezien en gehoord wordt.

Voor meer informatie klik hier.

 

Geplaatst op 25 april 2016

 

 

De Raad voor Rechtsbijstand heeft de inkomensnormen en eigen bijdrage bij mediation voor 2016 bekend gemaakt.

 

Uitgaande van een mediation van meer dan 4 uur:
De inkomensnorm voor de eigen bijdrage van € 53,- gaat in 2016 omhoog van € 18.200 naar € 18.400 voor een alleenstaande, voor een eenoudergezin gaat de grens van € 25.400 naar 25.600.

De inkomensnorm voor de eigen bijdrage van € 105,- gaat in 2016 voor een alleenstaande omhoog van € 25.800 naar € 26.000, voor een eenoudergezin gaat de grens van € 36.400 naar € 36.800.

Let wel in alle gevallen bestaat er geen recht op gesubsidieerde mediation als het vermogen in box 3 in 2014 (het peiljaar voor 2016) hoger is dan het van toepassing zijnde heffingvrij vermogen van € 21.139.

 

Geplaatst op 23 december 2015.

 

 

Wettelijke indexering alimentatie 2016 is vastgesteld op 1,3%

Wat is indexering van alimentatie?

 

Elk jaar wijzigen de lonen. Daarom worden ook jaarlijks de alimentatiebedragen voor kinderalimentatie en partneralimentatie aangepast. Dit heet indexering van alimentatie.

Indexcijfer alimentatie

De minister van Veiligheid en Justitie stelt elk jaar in november een percentage vast waarmee alle vastgestelde alimentatiebedragen op 1 januari van het nieuwe jaar automatisch wijzigen. Het indexcijfer voor 2015 was 0,8%. Het indexcijfer voor 2016 is 1,3%.

Vaststelling indexeringspercentage alimentatie

Voor de vaststelling van het percentage wordt gekeken naar het loonindexcijfer. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent dit cijfer jaarlijks. Hierbij kijkt het CBS naar de salarisontwikkeling bij bedrijfsleven, overheid en in andere sectoren.

 

Alimentatie bedrag berekenen

U kunt zelf de hoogte van het geïndexeerde bedrag berekenen. Dit doet u op de website van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO).

Zie verder: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/scheiden/vraag-en-antwoord/indexering-van-alimentatie

 

Geplaatst 13 december 2015.

 

 

Prejudiciële beslissing van de Hoge Raad met betrekking tot de kinderalimentatie

Op 9 oktober 2015 heeft de Hoge Raad een prejudiciële beslissing afgegeven.

Wat houdt een prejudiciële beslissing in?

Rechtbanken en hoven kunnen sinds 1 juli 2012 prejudiciële vragen stellen aan de civiele kamer van de Hoge Raad. Een prejudiciële vraag is een rechtsvraag van een rechter aan de Hoge Raad over de uitleg van een rechtsregel. Daaraan kan behoefte bestaan als de Hoge Raad over die vraag niet eerder heeft beslist. Het gaat om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij een rechtbank of hof in behandeling is. De mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen is verbonden aan een aantal voorwaarden.

 

De vraag in casu ging over de manier waarop bij het vaststellen van de kinderalimentatie rekening gehouden moest worden met het kindgebonden budget, inclusief de alleenstaande ouderkop. Moet dit in mindering worden gebracht op de behoefte van de kinderen òf moet het in aanmerking worden genomen bij het vaststellen van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt?

De Hoge Raad kiest  (zie hieronder) voor de tweede optie.

 

De Hoge Raad beantwoordt de gestelde prejudiciële vragen als volgt:

1. Bij de vaststelling van de door de ouders verschuldigde onderhoudsbijdrage voor hun minderjarige kinderen dienen het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop niet in aanmerking te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt.

2. Er dient geen onderscheid te worden gemaakt tussen de alleenstaande ouderkop en het overige deel van het kindgebonden budget.

 

Geplaatst 23 oktober 2015.

 

 

Wijziging grond voor partneralimentatie

Volgens de initiatiefnemers van de Wet herziening partneralimentatie vraagt de huidige samenleving om een herijking van de grondslag van de partneralimentatie. De levenslange solidariteitsgedachte (recht op voortzetting van het welstandsniveau uit het huwelijk) wordt vervangen door de opvatting dat beide partners een eigen verantwoordelijkheid bezitten om hun eigen leven vorm te geven (en daar hoort ook het in het eigen levensonderhoud voorzien bij). De alimentatie berust straks op een compensatie voor verlies van verdiencapaciteit ontstaan door keuzes tijdens het huwelijk.

Geplaatst 4 augustus 2015.

 

 

Wetsvoorstel wijziging partneralimentatie

Een initiatief wetsvoorstel van VVD, PvdA en D66 moet een eind maken aan de huidige regelgeving, die niet meer van deze tijd zou zijn. Partneralimentatie zou alleen nog moeten worden betaald als een van de partners tijdens het huwelijk een aantoonbaar inkomensverlies heeft geleden. Het wetsvoorstel behelst een aantal belangrijke veranderingen. Zo wordt de maximale duur van de alimentatieplicht de helft van het aantal huwelijksjaren met een maximum van vijf jaar (bij een huwelijk langer dan vijftien jaar geldt een maximum tot tien jaar). Is men korter dan drie jaar getrouwd dan is geen alimentatie verschuldigd. Let wel er zijn een aantal uitzonderingen gemaakt. Zo is er alimentatieplicht tot het jongste kind twaalf jaar is, eindigt de alimentatie wanneer de alimentatieplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, blijft de alimentatieplicht bestaan ook als de partner een nieuwe relatie krijgt en is er geen alimentatieplicht bij co-ouderschap. Ook zou de alimentatie berekening die nu maatwerk is, moeten worden versimpeld door het gebruik van forfaitaire bedragen.
Geplaatst 21 juni 2015, aangevuld 4 augustus 2015 en 20 januari 2016.

 

 

De ontwikkeling van mediation

 

In Nederland bestaat een sterke cultuur dat je met een conflict naar een advocaat of adviseur gaat. Prima optie, maar het besef dringt door dat er meer mogelijkheden zijn. Mediation krijgt een plek als volwaardige optie naast rechtspraak of arbitrage. Mediation ontwikkelt zich tot een volwaardig beroep! Waar mediation vroeger iets was dat je ernaast deed of na je pensionering zie je nu de ondernemer mediator die mediation als een volwaardig beroep ziet en er zijn boterham mee wil verdienen. Daarbij is de marktpotentie van mediation heel groot. Echtscheidingsmediation is inmiddels redelijk bekend. Inmiddels is er ook overheidsmediation, zakelijke mediation en mediation is strafzaken. Conflicten zitten namelijk in alle lagen van de samenleving! Aldus Frederique van Zomeren, voorzitter van de NMv in Tijdschrift Conflicthantering (2/2015).

 

 

Wat te doen met de Alleenstaande-Onderkop ?

 

Misschien heeft u inmiddels gehoord over de alleenstaande-ouderkop?

In de Elsevier van 9 mei 2015 wordt in een kort stukje uitleg gegeven over de verschillende inzichten over het toepassen van de alleenstaande-ouderkop. De landelijke Expertgroep Alimentatienormen vindt dat dit bedrag moet worden afgetrokken van het bedrag dat nodig is voor het levensonderhoud van de kinderen. Dit leidt tot geringere alimentatieplicht voor de vaders. Rechters in Den Haag en Noord-Holland (de Haagsche lijn) vinden dat niet fair en stellen dat deze extra toeslag ten goede moet komen aan de moeders. Kortom grote onduidelijkheid! Het wachten is op een uitspraak van de Hoge Raad.

 

 

Goed nieuws over het Juridisch Loket

Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) heeft overleg gepleegd met de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket over de sluiting van de balies. Er blijft minimaal 1x per week een inloopspreekuur !

 

Dit overleg vond plaats op dringend verzoek van de Tweede Kamer, die de voorgenomen afschaffing van de inloop spreekuren wil terugdraaien. Resultaat is dat het Juridisch Loket op alle 30 vestigingen in een inloopspreekuur zal voorzien. Daarbij blijft de recent ingevoerde werkwijze, waarin het zwaartepunt is verlegd naar telefonische dienstverlening en het zo nodig bezoeken van een vestiging op afspraak, in beginsel behouden. Echter, voor kwetsbare rechtzoekenden, voor wie telefonisch contact door persoonlijke omstandigheden of uit kostenoverwegingen een te hoge drempel is, blijft rechtshulp op een vestiging zonder voorafgaand telefonisch contact mogelijk.

Aldus de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer op 4 mei 2015

 

 

Ruzie om moeders erfenis?

 

HP DE TIJD schrijft op 29 april 2015 een stukje over de problemen die regelmatig ontstaan bij de verdeling van een nalatenschap.

"Waar de notaris niet is opgeleid om knallende familie conflicten over een erfenis op te lossen, doet de mediator zijn intrede. De VVD is met een wetsvoorstel gekomen om in conflictsituaties eerst te proberen er met een mediator uit te komen. Dat geldt niet alleen voor zakelijke conflicten en echtscheidingen, maar ook voor deze familie conflicten! Immers procederen veroorzaakt alleen maar meer haat en nijd. Het kost veel tijd en energie, en de uitkomst is bijna altijd ongewis. Daarbij loop je ook nog eens het gevaar dat je een groot deel van de erfenis op-procedeert."

 

 

Pesten op de werkvloer?

 

Minister Asscher pleit voor een snelle serieuze aanpak van het probleem pesten op de werkvloer.
In de Leeuwarder Courant van 25 april 2015 noemt hij het inschakelen van een mediator een eerste stap in de goede richting.

 

 

Mediation in het onderwijs

 

In het onderwijs wordt steeds vaker gebruik gemaakt van mediation.
In Nederland werken ruim vierhonderd duizend mensen in de onderwijssector. Zij hebben te maken met miljoenen scholieren, leerlingen en studenten en hun ouders. Daarnaast moeten zij samenwerken met collega's en bestuurders. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er regelmatig conflicten zijn in het onderwijs.

Gelukkig geldt in het onderwijs van oudsher geen claimcultuur. Mensen staan niet gelijk voor de rechter. Dat is één van de redenen om sneller mediation toe te passen, waarbij partijen dan ook sneller tot de kern komen. Juist binnen de onderwijssector, waarin het gaat om duurzame relaties, is dit van groot belang.

 

 

Mediation en ZSM

 

In 2013 is de nieuwe ZSM werkwijze landelijk ingevoerd. ZSM staat voor Zorgvuldig, Snel, Maatwerk waarbij de Officier van Justitie
veelvoorkomende criminaliteit afdoet. De politie krijgt regelmatig aangifte binnen van ruziënde buren. Omdat mensen nog jaren naast elkaar zullen wonen is seponeren of straffen daarbij niet het juiste redmiddel. Veel beter is om te praten via een mediation traject. Dat laatste kan via ZSM geregeld worden (Leeuwarder Courant, 22 april 2015).

 

 

Mediation in de zorg


Met behulp van een mediator lost u op een effectieve en efficiënte manier samen met de andere partij uw conflict op. Mediation in de zorg wordt ingezet bij conflicten op uw werk met partners, collega's of patiënten. De mediator is de neutrale partij aan tafel die het proces begeleidt. U neemt zelf standpunten in, bedenkt oplossingen en neemt beslissingen. Partijen bepalen de uitkomst van het proces. Bij mediation is het voor het eindresultaat belangrijk dat u actief meewerkt. Lees uw rechtsbijstandsverzekering er op na, want het kan zijn dat mediation onder de dekking van de rechtsbijstandsverzekering valt.

 

 

Kinderalimentatie

Nieuws: sinds 1 januari 2015 is de aftrek van de kinderalimentatie komen te vervallen.

Dit kan gevolgen hebben voor uw draagkracht. Indien gewenst kan ik een nieuwe berekening voor u maken.

Let wel dat alimentatie niet met terugwerkende kracht kan worden verlaagd. Kom dus snel!

 

 

 

Actueel

Riek Nauta gaf  in oktober 2014 een interview aan Gert Nitters van RTV Kanaal 30 tijdens de 50Plus Beurs in Surhuisterveen.

Bekijk onderstaand dit interview.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2014-2016 Nauta Mediator. Alle rechten voorbehouden.